|
Verluchting
Martijn,
Ik heb een vraag over mijn hok: Mijn hok staat op het oosten gericht
en dus bijna de hele dag de zon op het hok, het hok heeft een
lessenaarsdak gedekt met ovh dakpannen, aangezien die behoorlijk wat
warmte afgeven dat voel je als je in het hok staat vraag ik mij af wat
dat voor gevolgen heeft ivm de verluchting, warme lucht stijgt en
omdat het onder de pannen warmer is als in het hok denk ik dat er geen
verversing mogelijk mis zoals bij een zadeldak wel het geval is, wat
is jouw mening hierover ? en wat adviseer je mij ?
Mvrgr, Jeroen
Jeroen, ik ben geen verluchtingsdeskundige, maar probeer bij een warme
dag met rook wat het doet ik vermoed geen probleem de afgewerkte lucht
zal naar het hoogste punt gaan, en daar het hok verlaten, om zeker te
zijn adviseer ik een deskundige te raadplegen , sorry voor mogelijk
niet volledig antwoord
Upd verluchting
Goedenavond Martijn,
Update verluchting .
Als hij denkt niet tevreden te zijn met zijn verluchting en de
prestatie zijn voor hem niet naar behoren.
Dan moet hij is kijken naar de verluchting van Willem Mulder.
Zelf heb ik deze ook toegepast(zie tekening) en ik ben zeer tevreden
met de aanpassing.
Met vriendelijke groet,
Joost
Joost dank voor reageren
De verluchting van het duivenhok (1)
Hits: 39749
Gepubliceerd: 19 november 2010 Columns Willem Mulder
Al eerder heb ik een artikel geschreven over de verluchting van een
duivenhok. Naast goede duiven staat dit op het verlanglijstje van elke
duivenliefhebber. Sterker nog; de beste duiven zijn hooguit
middenmoters op een slecht hok en het gevaar voor ornithose is
levensgroot. Hoe vaak kwam ik niet op hokken waar de doffers op de
grond zaten ( want op het laagste punt is de meeste zuurstof). Ze
vochten niet meer met de concurrent en ze koerden niet meer. Het waren
allemaal vrienden geworden. En als je dat ziet, dan moet er direct een
lampje gaan branden. Het is mis. Helemaal mis.
De dierenarts We kunnen dan wel geneesmiddelen geven, maar
uiteindelijk lost het niets op. We verhelpen daarmee niet de oorzaak
van het probleem. Ben ik dan tegen geneesmiddelen en tegen de
dierenarts? Absoluut niet. Ik ben er zelfs een voorstander van dat de
liefhebber zo mogelijk regelmatig de dierenarts bezoekt. Niet om daar
potten vol geneesmiddelen te halen, maar om de duiven te laten
controleren op ziektes. Als er een ziekte is bij de duiven, dan moeten
we kuren met het best werkende geneesmiddel, of we moeten besluiten de
duif van het hok te verwijderen. Alleen voorbehoedend geneesmiddelen
geven. Daar heb ik de nodige vraagtekens bij. Als er dus te vaak
ornithose is op een hok, dan is het veel verstandiger en goedkoper
hamer en zaag ter hand te nemen. Maar hoe is dan de volgende vraag.
Want de liefhebber weet zelf vaak niet hoe dat moet en de leden in de
club kunnen alleen maar zeggen hoe zij het hebben. De experts zijn
schaars en soms erg duur. Je kunt geen studie volgen voor de
verluchting van duivenhokken. Het is dus ervaring en nog eens ervaring
opdoen. Ik heb indertijd al eens een open dag mogen organiseren, om
liefhebbers verder te helpen. De ideeën van toen werken hier en daar
wel. Toch is op dit gebied ook nog een lange weg te gaan. Daar waar
het niet wil lukken met de duiven, is het hok voor 9 van de 10 keer de
hoofdschuldige. Hebt u nooit problemen met uw hok en zijn de
prestaties altijd goed, stop dan direct met het lezen van dit artikel.
Goed is goed, niets meer aan doen. Ook al is de verluchting van uw hok
tegen alle regels in. Als het functioneert, functioneert het. Tijd dus
om nieuwe ideeën uit te wisselen. Niet dat ik u de waarheid wil
verkondigen, maar ik wil een poging doen, om slechte hokken een stapje
verder te brengen. Ik kom op veel hokken waar de pannen erg
aansluiten. De lucht kan er niet tussendoor, alleen maar uit de nok.
Bij de Oudhollandse pannen kan dat wel. Bij warm weer draaien die
hokken vaak goed. De hokken met de afgesloten pannen hebben het dan
juist vaak moeilijk. Maar ja, Oudhollandse pannen, golfplaten en
platte daken willen we niet meer. We moeten een hok met veel lucht in
de kap. Ja, en toen zijn de problemen begonnen. Veel NPO winnaars
hebben het in de reportages altijd over veel lucht op het hok. Lucht,
lucht, lucht. We moeten ons dan wel realiseren, dat dergelijke
vluchten in juni, juli en augustus plaats vinden. Maar in april en mei
zijn de dag en nachttemperaturen vaak heel anders.
Gevoel moet goed zijn Ons eigen nieuwe hok in Vries draaide ook voor
geen meter. Het was er klam en kil. De schimmel stond hier en daar op
de wanden. We hadden een systeem K, maar dat functioneerde bij ons
niet. Ik heb toen foto´s gemaakt bij Bennie van Dijk en het hok bijna
net zo aangepast. Bennie is een kanjer als het om hokken gaat. Hij gaf
ons nog een aantal goede tips mee. Het lukte. Het hok is nu perfect en
de schimmel verdwenen. Het is verstandig in het voorjaar eens een
middagje te besteden aan de verluchting op het duivenhok. Het moet
voor ons aangenaam zijn op het hok. Er mag geen trek zijn en het mag
er niet tochten. Dat voelt voor ons niet fijn en zeker niet bij de
duiven. Als dat het geval is, dan moeten we het hok aanpassen.
Verschil in dag en nacht temperaturen Bij een koud voorjaar lopen de
dagtemperaturen wel wat op, maar koelt het ’s nachts flink af. Soms
zelfs tot onder het vriespunt. Als de temperaturen in het hok meer dan
7 graden verschillen, zullen we maatregelen moeten nemen. Niet bij de
duivinnen, maar wel bij de weduwnaars. Want die zijn daar het
gevoeligst voor en kunnen bij te grote verschillen helemaal niet in
vorm komen. Je kunt tegenwoordig temperatuurmeters kopen, die de
hoogste dag en nachttemperatuur aangeven. Zo kun je zien hoe goed je
hok is in het voorjaar.
De stand Een duivenhok moet eigenlijk op het zuidoosten gericht staan.
Dan krijg je ´s morgens zon en als het heet wordt, verdwijnt de zon op
de zijkant van het hok. Maar ja, vaak is er geen gelegenheid het hok
ideaal neer te zetten. Dan moet je op een andere manier zorgen, dat je
de zon in het hok krijgt. Op de vloer van het hok wel te verstaan.
Jonge duivenhok mag wel op het westen gericht zijn. Die krijgt dan
alleen de late zon en dan wordt het niet te warm in zo´n hok.
Alhoewel….als het een slechte zomer is zou zuidoost weer beter zijn in
verband. Ja, zo blijf je aan de gang. Er is altijd wel iets en 100%
ideaal krijg je het zomaar niet. Ook is het ene jaar beter dan het
andere jaar. Sommige liefhebbers presteren bij mooi droog zomerweer
beter en anderen juist bij koeler weer.
De ramen De ramen moeten 1/3 deel van het vloeroppervlakte uitmaken.
Te grote ramen verbranden te veel zuurstof in het hok en te kleine
ramen laten te weinig warmte binnen op de vloer van het hok. Als de
zon de vloer verwarmd, zal dat zorgen voor opstijgende lucht. Is de
ruimte van een afdeling dus 2 x 2 m², dan moet het raamoppervlakte
1,33 m² zijn. De ramen moeten niet helder zijn, want dan ziet de
weduwnaars buiten alles vliegen en wordt onrustig. Smeer er daarom b.v.
heel lichtjes wat witte kalk op.
Luchtvochtigheid De luchtvochtigheid is ook een goede graadmeter. Als
het te droog is op het hok, kun je gemakkelijk aantasting van de
slijmvliezen en dus ornithose klachten krijgen. Vochtige en klamme
hokken willen ook slecht presteren. Om een en ander te controleren,
hebben we de hygrometer uitgevonden. Deze moet ergens tussen de 60% en
80% staan. Gemakkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk, want in een
beetje zomer gaat de meter al gauw onder die waardes liggen. Gaat de
meter naar 40% of 30%, dan zullen vocht op het hok moeten aanbrengen.
Je kunt b.v. de wanden nat maken, een emmer water in een lege broedbak
zetten, natte dweilen neerleggen, een stuk doorweekt zachtboard in de
luchtingangen leggen,
etc. Is de luchtvochtigheid te hoog, dan kun je met een schakeling
maken met je vloerverwarming. Zodra de luchtvochtigheid boven de 80%
komt, zal de verwarmingsplaat aanspringen. Dit moet echter niet worden
overdreven. Het moet alleen gericht zijn om het vochtgehalte wat te
verminderen. Een andere mogelijkheid is wellicht om lichtpannen te
plaatsen, waardoor er meer zon op de vloer terecht komt. Wordt het te
gek, dan kun je met een simpel verduisteringsrolgordijn de zon weren.
Wie het best reageert op veranderde omstandigheden, creëert een
voorsprong.
Boven het plafond Iedere afdeling dient voor zichzelf te verluchten.
Daarom is het verstandig om elke afdeling tot aan het plafond dicht te
maken. Dat kan met landbouwplastic, met zachtboard of triplex. Het
hoeft geen duur materiaal te zijn. Hoofdzaak is dat de luchtstroom
boven de plafonds niet met elkaar in verbinding staan. Des te langer
het hok is, des te meer luchtverplaatsing is er ook. De lucht kan zo
van het ene vertrek naar het andere waaien en dan komt het dus niet
goed. Elke afdeling dienen we te kunnen regelen. In veel duivenhokken
zit een plafond en een verluchtingsopening van 40 tot 80 cm, al dan
niet met schuiven erin. Een groot plafond kan ook nadelig zijn. Als de
zon flink gaat schijnen, gaan de prestaties bij veel hokken n.l.
achteruit. Hoe kan dat? De dakpannen worden zo warm, dat het op het
plafond boven de duiven warmer wordt dan in het hok zelf. De
opstijgende lucht in het hok kan dan niet weg omdat het boven nog
warmer is. Zodoende blijft die warme lucht maar circuleren en wordt
het benauwd (weinig zuurstof + stikstof van de mest) in het hok. Als u
daarmee zit kunt u b,v, een temperatuurmeter op de zolder leggen en
eentje in het hok hangen. Is de temperatuur op de plafonds hoger dan
in het hok, zult u hamer en zaag ter hand moeten nemen. We kunnen ook
doorslaan in onze ijver om hokken te bouwen met een grote zolder. Is
de ruimte boven het plafond n.l. groter dan de ruimte in het hok, dan
krijg je druk van boven en zal het moeilijk zijn om de juiste
aanpassingen te doen. We hebben het dan over hokken met ± meer dan 8
pannen boven elkaar.
De nok De lucht moet er op het hoogste punt weer uit, warme lucht
stijgt naar het hoogste punt. De nok werkt als een schoorsteen van een
huis. Kijken we nu eens naar de houtkachel. Die heeft onder een hele
kleine smalle luchtopening, terwijl de schoorsteen groter is. Lucht
gaat altijd van klein naar groot. Altijd. Zet maar eens een raam
wagenwijd open en een buitendeur op een kier. Er kan toch genoeg lucht
via het raam naar binnen zou je zeggen. Maar ga maar eens vlak voor de
kier in de deur staan. Dan weet je wel wat ik bedoel. Daarom moet de
nok altijd een grotere opening hebben als de luchtingang. Is de
luchtingang groter dan de nok, dan komt de lucht er via de nok naar
binnen en slaat in het hok om er vervolgens bij de grotere luchtingang
weer uit te gaan. En dan moeten we natuurlijk niet hebben. Mijn advies
is om naast de (horizontale smalle) noklat tot aan de pannen een
opening te hebben van 2 cm aan beide zijdes. In totaal dus 4 cm
opening in de nok. De nokforst moet niet afsluiten. de lucht moet er
goed uit kunnen. Is de nok te weinig open, dan kan de verbruikte lucht
en stofdeeltjes er onvoldoende uit. Je krijgt dan een slecht milieu op
je hok.
De schuiven Er zijn veel hokken met een plafond en schuiven. Op deze
wijze kun je de binnenkomende luchtstroom regelen. Heb je ook glazen
dakpannen, dan kun je ook nog eens de hoeveelheid
licht en warmte regelen. Heel handig als je aan het einde van de week
vorm wilt hebben. Je moet er dus mee spelen om resultaat te hebben. ’s
Nachts kunnen de schuiven in het voorjaar bij de weduwnaars meestal
wel dicht of bijna dicht om de warmte vast te houden. Ideaal voor
mensen die dagelijks thuis zijn en die graag bezig zijn. Hopeloos voor
mensen die overdag moeten werken, want je hebt gedurende de dag geen
enkele controle tijdens weersveranderingen. In dergelijke gevallen
raad ik dan ook een heel ander en gemakkelijker systeem aan.
De luchtinvoer Een goed functionerend verluchtingssysteem heeft
meestal één luchtingang en één uituitgang. Het is de bedoeling dat de
aanwezige lucht in het hok ververst wordt. Als er teveel duiven op een
afdeling zitten heb je vaak een probleem. Het hok kan dan goed zijn,
alleen het aantal bewoners is teveel. Als je in de huiskamer van je
eigen woning zit en het is er aangenaam, dan heb je een woonkamer die
goed gebouwd is. Als je nu eens 25 mensen uitnodigt voor een feestje
en al die mensen bevinden zich in diezelfde woonkamer, dan zijn de
ramen zomaar beslagen en wordt de roep om ramen open te zetten groot.
Is die woonkamer dan ineens niet meer goed? Welnee, er zijn teveel
bewoners in de kamer. Roosters onderin het front van het hok kunnen
gemakkelijk zorgen voor kou over de vloer. Daar ben ik dus geen
voorstander van. Dat kan gemakkelijk ornithose klachten veroorzaken.
Liever een smal rooster onder het raam, wat regelbaar is en wat ook
helemaal dichtgezet kan worden.
Luchtgeleiding De lucht komt bij veel hokken net onder de dakpannen
via de verluchtingsstrook binnen. Ik adviseer die strook niet groter
te maken dan 3 tot 4cm. Een afdichtplank kan voorkomen dat de lucht
rechtstreeks in het hok komt. Zo wordt de wind gebroken, alvorens het
hok binnen te komen. De lucht moet geleidelijk het hok inkomen. Er
moet verversing van zuurstof optreden, meer niet. Ik ben er een
voorstander van om de luchtstroom wat naar boven te geleiden met een
plankje triplex. Dat plankje moet ongeveer net zo lang zijn als de
luchtopening is. De lucht wordt zodoende gedwongen direct omhoog te
gaan en kan dan nooit meer rechtdoor naar de duiven. Het grootste
gedeelte verdwijnt direct weer via de nok. Door die luchtbeweging
wordt de opgewarmde lucht die zich bij de duiven bevindt ook
meegenomen. Te zien als het hok op de vlakte staat of ingebouwd is in
een woonwijk. Allemaal zaken die we critisch moeten bekijken. Elk hok
is uniek op de plek waar die staat. Zo kan het functioneren en als het
dat doet, dan is het goed. Maar vaak lukt het met een dergelijk
systeem niet. Ik was eens bij een liefhebber , waar het altijd goed
functioneerde. Ineens ging het voor geen meter meer. Hij had niets aan
het hok verandert en toch… Ik vroeg hem wat er rondom het hok was
veranderd Niets zei hij. Helemaal niets. Ik vroeg door en opeens zei
hij: ach ja ik heb alle hoge coniferen achter het hok opgeruimd. Zo
heb ik beter zicht op de duiven. Kijk, daar hebben we het al. De wind
heeft nu vrij spel op het hok en de omstandigheden zijn helemaal
veranderd.
De lucht komt op veel hokken vaak aan één kant het hok binnen, meestal
is dat de voorkant. De achterkant moet in de meeste gevallen dan dicht
zijn om turbulentie van de luchtstroom te voorkomen. ( behalve bij het
“varkensschuur systeem”) Dat zorgt n.l. voor neerslaande lucht en niet
voor stijgende lucht. Als het hok erg op de wind staat, kan men ook de
verluchting van achteren maken en voor dicht te doen ( of het
varkenschuur systeem toepassen) . Als twee raampjes tegenover elkaar
open staan, ontstaat er tocht. Daar kan geen mens maar ook geen
dier tegen. Zorg er dus voor dat zoiets ook niet in het hok gebeurt.
In een volgend deel zal ik enkele tekeningen maken met een mogelijke
ideale verluchting.
Het raam De ramen gaan vaak net verkeerd om open. We kunnen een raam
gebruiken om extra zuurstof toe te dienen als dat nodig is. Als het
warm is dus. De meeste ramen gaan naar buiten open en hebben een
schanier aan de bovenkant. De lucht “valt” dan als het ware naar
binnen. Ik stel voor om dat net andersom te doen, dus naar binnen
vallend met de schanier aan de onderzijde. Net een WC raampje. Dat
raam kan ongeveer 2 tot 3 cm openstaan als het warm weer is. Op deze
manier duwt de wind tegen het raam en wordt automatisch mee naar boven
geleid. De raamopening dient het liefst wel een meter van de bodem af
te zitten, anders krijg je toch teveel trek naar de duiven toe. ’s
Avonds worden de ramen natuurlijk weer gesloten.
Controle Als je wilt controleren of de luchtstroom in het hok goed is,
kun je verschillende dingen doen. Doe de duiven uit het hok en steek
in het hok onder de verluchting een krant aan alle vier de zijdes aan.
Zie je de rook circuleren en rondgaan ( rondom de krant) , dan is het
niet goed. Zie je de rook geleidelijk wegtrekken via het plafond dan
is het goed. Steek een sigaret of sigaar aan en ga vlak voor de
broedhokken staan. De rook dient dat heel geleidelijk langs het
plafond weg te trekken. Blijft de rook een beetje hangen, verhoog dan
het plafond 1 tot 2 cm aan de voorkant zodat de lucht gemakkelijker
afgevoerd kan worden. Zorg dat de ventilatieopening altijd zo ver
mogelijk bij de duiven vandaan is. Ga ’s avonds naar de duiven en krul
de broekspijpen op. Ontbloot ook de nek. Ga vlak voor de broedhokken
staan. Je mag nu geen tocht voelen langs de benen en langs de nek. Als
dat wel zo is : timmeren of anders wordt het waarschijnlijk veel
medicijnen kopen. Ligt er altijd veel stof op het plafond en of aan de
zijwanden, dan is dat een teken dat er geen trek is. Zie je het langs
de bovenkant van de hoogste rij pannen aan de buitenkant wit worden,
dan is dat een teken dat de stof goed wordt afgevoerd. Ik heb
verschillende keren met de ons welbekende hokkenbouwers gesproken over
een betere verluchting met tussenschotten boven het plafond. Dat kost
echter geld en dan is het hok niet meer concurrerend…. Wij maken het
hok zoals de duivenliefhebber dat wil. Ja, sorry hoor. Hoeveel
duivenmelkers hebben daar nou verstand van? De hokkenbouwer zou toch
ook de verluchtingsspecialist moeten zijn? Waar gaat het nou eigenlijk
om?
Droge bodem Zorg voor een goede ventilering onder het hok zodat de
vloer droog blijft. Een dubbele vloer is aan te bevelen. Ook de
binnenkant van het hok moet het vocht goed opnemen. Mijn advies is om
de vloer te maken van berken triplex. Verwerk geen dakleer of
geïmpregneerd hout. Dat zorgt bij warm weer voor veel chemische
stoffen en dat is funest voor de luchtwegen.
Verluchting fondhokken Fondhokken moeten meer open zijn dan vitesse/midfond
hokken. Waarom? Omdat de vluchten voor fondduiven pas in juni , juli
en augustus plaatsvinden. Dan heb je vaak warme weersomstandigheden en
geen koude nachten meer. In het voorseizoen worden dergelijke duiven
getraind. Of die duiven dan vroeg komen of wat later, interesseert de
liefhebber niet. Het gaat hem om de trainingsombouw. De duiven moeten
kilometers maken en meer inhoud krijgen. Als het er op aankomt is er
veel zuurstof in het hok nodig. Ook wordt de fond vaak op
nest gespeeld. Dan zitten er in een broedbak niet 1 duif maar vaak 3
of 4. Die gebruiken allemaal zuurstof en dus mogen de ramen aan de
voorkant overdag wel open als de wind er niet te veel op staat.
Automatische verluchting Bij jonge en oude duiven zie je ook wel
automatische verluchtingssystemen. Daar zijn er verschillende van. Als
je veel jonge duiven op een afdeling hebt, kan dat wel een goede
oplossing zijn. Als je per vierkante meter een duif of 3 houdt, dat
heb je geen problemen met te weinig zuurstof. Dergelijke systemen zie
je ook wel bij de oude duiven. De systemen die de lucht uit het hok
zuigen zorgen weer voor veel verse luchtaanvoer. Het probleem is dat
de vele binnenkomende lucht vaak te koud is en daarom is het kil in
het hok. Een weduwnaar heeft echt warmte nodig om in vorm te kunnen
komen. Ik kom dan ook zelden op hokken waar dit goed functioneert.
Natuurlijk kun je ook voor kiezen om de afzuigers slechts 10 minuten
per uur te zachtjes laten werken of volop als de duiven trainen en dus
niet op het hok aanwezig zijn.
Jonge duiven Jonge duiven zitten vaak met veel te veel in een hok.
Daardoor voelen veel jonge duiven zich niet thuis op zo´n hok en
blijven weg. Waarom? Elk dier heeft een territorium nodig en als die
er niet is omdat we met zo velen zijn, zal hij of zij een andere plek
zoeken. Bij te veel duiven in het hok is er vaak ook te weinig
zuurstof aanwezig. De volgende oorzaakwaarom veel duiven wegblijven.
We verliezen ´s zomers soms veel jongen door ziekte of andere
oorzaken. En dan is de reactie; volgens jaar kweek in nog meer jongen.
Dan kan ik er tenminste een aantal overhouden om aan te kunnen
sluiten. Het tegenovergestelde is echter vaak waar. Het is dan juist
beter minder duiven te kweken uit meer bewezen duiven. Die zullen
gemakkelijker een leuke plek vinden in het hok en zich thuis voelen.
Dan is er meer lucht per duif en….niet te vergeten…meer aandacht van
de liefhebber. Die ziet eerder als er iets is, als een duif
gemotiveerd is of als er ziekte dreigt.
De ren Het wordt steeds populairder om een grote ren voor het jonge
duivenhok te bouwen. De jongen zitten er overdag in en zien er vaak
perfect kerngezond uit. In ben er een voorstander van om de jongen
overdag in de ren te doen en ´s nachts in het hok. Ook al om allerlei
ongedierte te weren. Als de duiven in de ren zijn, moeten de schuiven
in het hok helemaal dicht. Waarom? Dat hebben we al besproken. De
lucht komt binnen via de kleinste opening en wil er bij de grootste
opening weer uit. Dus: de lucht komt dan binnen via de nok en
verdwijnt via de ramen naar buiten. Duiven die in de raamopening
zitten, zitten in de tocht. Dat is niet echt gezond. ´s Avonds als het
hok dicht gaat, moeten de schuiven weer open. Om natte duiven en
problemen met de slijmvliezen (ornithose) te voorkomen adviseer ik de
beide zijkanten en de bovenkant van de ren af te sluiten. Alleen de
gehele voorkant is open. Dat voorkomt dat de duiven te veel in de wind
zitten en nat worden. Zo creëren we het “open doos systeem”. De lucht
komt er in grote getale voor in en gaat er daar ook weer uit. Duiven
zitten en liggen graag in de zon. Maar rechtstreekse zon veroorzaakt
problemen met de bovenste luchtwegen en zorgt ook voor taai slijm. We
zien dan ook vaak het vliesje verschijnen. Wij moeten ons zelf
beschermen tegen de felle zon en u moet de duiven daar ook voor
beschermen. Als de vluchten beginnen dan adviseer ik de duiven binnen
te doen. Te veel licht overdag bevordert de pennenrui. Zorg dan wel
voor veel lucht in het hok. Jonge duiven zijn n.l. geen
weduwnaars die rustig in hun bak liggen. Ze willen zich vermaken in
het hok, zoeken naar uitdagingen, een eigen plekje en voedsel. Daarom
is er veel beweging in een jonge duivenhok en daarom is daar meer
zuurstof nodig. Geef hen voldoende uitdaging en zorg voor motivatie.
Het moet gezellig zijn in een jonge duivenhok. Zet dus gerust iets
vreemds in het hok, doe niet meer zitplaatsen open als er jongen zijn,
timmer eens wat schapjes aan de kant en doe eens te veel bakken dicht.
Als jij het nog snapt, dan snap ik het ook. Ja, het is niet eenvoudig
een goed hok te maken voor je duiven. We moeten met zoveel dingen
rekening houden. Het is dan ook een uitdaging om een hok te bouwen of
verbouwen die gemakkelijk is en die past bij ons zeeklimaat. In het
voorjaar zal het de nachttemperaturen moeten drukken, zodat de warmte
zo veel mogelijk in het hok blijft. Overdag zal het niet te warm en
vooral niet zuurstofarm mogen zijn. Ik was al enkele keren in Spanje
en op Gran Canaria bij verschillende liefhebbers. Daar kennen ze geen
glas. Alle ramen zijn voorzien van wat draadwerk ervoor (tegen
ongedierte). Het wordt daar ´s nacht dan ook nooit koud en overdag is
het dan wel warm, maar als alle ramen open zijn ( open doos systeem)
kan er voldoende zuurstof in en uit. In ons klimaat is het wellicht
verstandig het hok te isoleren. Na de vele bezoeken aan Bennie van
Dijk, ben ik inderdaad een voorstander geworden van het “varkensschuur
systeem” maar dan met isolatie.
Wat houdt dat systeem in? Voor de broedbakken een korte zolder die
niet langer is dan de diepte van de broedbak. Meestal is dat 40 cm en
als het kan iets schuin oplopend. De rest wordt allemaal gaas of
latjes. De pannen worden geïsoleerd met dupanel, een sterk
isolatiemateriaal van ongeveer 4 cm dik. De platen worden tussen de
spanten gedrukt. Maar er blijft wel ruimte tussen de dakpannen en de
isolatie. Ongeveer 4 cm. Zo stijgt de buitenlucht op tot in de nok.
Onder alle bovenste dakpannen komt een knijper, zowel voor als achter.
De wind kan er dus zo doorheen waaien en de verbruikte lucht meenemen.
Uiteraard dienen we weer rekening te houden met de stand van het hok,
de ligging en de omstandigheden. Die dienen aangepast te worden en dat
is de hand van de vakman. Toch is een dergelijk hok vaak al voor 90%
al goed en zorgen de aanpassingen van de meester nog voor de puntjes
op de i.
Uiteraard zijn er meerdere hoksystemen, maar ik wil het hier maar
eerst bij laten. Dit systeem past n.l. bij de meeste duivenhokken erg
goed. Veel gewone duivenhokken met een gemiddeld hoge kap en zullen er
veel baat bij hebben. Eenmaal klaar? Dan IS het ook klaar. Geen gedoe
meer met schuiven en dergelijke. Onder alle omstandigheden
functioneert zo´n hok erg goed.
Dan hier een hok met de lang schuin dak op de zonkant. Het is een van
de moeilijkste hokken en daarom dit systeem met dupanel.
Luchtingang hier door het raam iets open te zetten en de lucht naar
boven de begeleiden. De luchtingang onder de pannen moet open en ook
afgesloten kunnen worden. Zo heb je verschillende mogelijkheden en kun
je zien wat het beste functioneert. Willem met de waterpomptang, hamer
en zaag wenst je veel succes met de verbouwing.
Willem Mulder.
vraag kan men stellen op oomentijn@hotmail.com
Oudere vragen klik hier....
|
|