Poeder
Hoi Martijn
Van het weekend een jonge duif op gevangen wat me op viel dat er
totaal geen poeder op de pennen zat hoe kom dat?
Grt Remon
Remon waarschijnlijk is die duif niet 100% in orde en mogelijk vorig
weekend door de regen gevlogen en eraf gespoeld, hoeveel waarde we aan
poeder moeten hechten weet ik niet, als ik mijn duiven een bad geef
veel poeder op het water bij de duiven van mijn vrouw niet, en
verschil in presteren was er niet.
Upd poeder
hoe meer poeder op de veren hoe beter de conditie. een duif zonder
conditie heeft geen tot weinig poeder. op een hok met veel verluchting
krijgen de duiven extra meer poeder. De poeder op het verenkleed zorgt
ervoor dat de duiven niet nat worden. het water valt er zo vanaf. Als
de duiven op een vlucht in de regen komen zullen de duiven met weinig
poeder snel ergens gaan landen omdat ze te zwaar gaan worden omdat ze
nat worden. de duiven met veel poeder kunnen rustig doorvliegen omdat
het water er zo vanaf valt en dus niet nat worden. Op een vlucht
zonder regen zal het geen verschil uitmaken qua prestaties. Maar komen
ze terecht in regen dan zullen de duiven met weinig poeder moeite
hebben om in de lucht te blijven omdat ze zwaar worden door de regen.
Hieronder nog een uitgebreide uitleg over veren en zaken eromheen,
staat op site DE Brem dierenkliniek
Pluimen en veren
Pluimen en veren, een onderschat onderwerp in de duivensport. We
zijn steeds gefixeerd door de ogen, de keel, de rug, de stuit, de
spieren,… maar over vederkwaliteit worden weinig woorden vuilgemaakt.
En toch, doe je ogen dicht, pak tien toppers vast en vergelijk ze met
tien doorsnee duiven. Het verschil in vederkwaliteit zal opmerkelijk
zijn. Dit gevoel moet ook aangeleerd worden.
Een duif moet vliegen en liefst hard vliegen. En de hulpmiddelen
daarbij zijn het oriëntatievermogen, het skelet, de spieren, de
luchtzakken, de bloedvaten en, zeer belangrijk, ook de pluimen. Zij
moeten daarbij verschillende tegenwerkende krachten overwinnen zoals
de zwaartekracht en de luchtweerstand (onder andere tegenwind). En
daarbij is de kwaliteit van de veders ook van groot belang.
Het doel van een duif in een wedstrijd is om zo snel mogelijk en zo
lang mogelijk hard te vliegen met zo weinig mogelijk energieverbruik.
En als je weet dat de vleugelbelasting viermaal toeneemt als de
spierkracht tweemaal toeneemt, en nog meer als ook de luchtweerstand
toeneemt, dan moet de kwaliteit van de pluimen outstanding zijn. De
duif zal met dezelfde spierkracht minder energieverbruik en meer
rendement hebben als de pluimen zachter, gezond en stevig zijn. Ze
zullen beter in hun vorm blijven. Dit maakt dikwijls het verschil
tussen winst en verlies.
Wat is het doel van een pluim in het algemeen? Naast isolatie tegen
vocht (waterafstoting) en koude hebben ze ook een aerodynamische
functie: vlot de lucht doorklieven. Bij andere vogels hebben ze ook
nog andere functies zoals camouflage, watertransport, tastorgaan en
nog vele andere… In detail zijn er slagpennen, armpennen, dekveren en
duimveren. De slagpennen laten vooral lucht door en kunnen goed lucht
duwen. Ze moeten dus heel sterk zijn. Ze dienen om te helpen bij de
stuwkracht vooruit. Ze zijn opgebouwd uit een holle schacht en een
vlag met baarden in een hoek van 45 graden. Dwars heeft elke baard nog
twee baarden in een hoek van 45 graden met vele zijdelingse
eiwithaakjes. Dus alle baarden ritsen letterlijk met vele haakjes in
elkaar. Daarom kan waterstoom die eiwitten terug in hun plooi brengen.
Een slagpen die breekt, heeft dus geen goede kwaliteit. Ze moet
veerkrachtig zijn, buigzaam, onbreekbaar. De armpennen moeten van
dezelfde kwaliteit zijn. Zij zorgen vooral voor de lift naar omhoog.
Hetzelfde geldt voor de staartpennen: sterk en stevig om te sturen, de
balans te bewaren en te remmen. De dekveren en donsveren zijn minder
stevig. Ze hebben minder eiwithaakjes. Hun baarden breken continu af
en vormen zo het poeder (witte substantie die op onze jas blijft
hangen of op het water na een bad). Dit poeder dient vooral voor de
isolatie, de waterafstoting en het zachte
aanvoelen (aerodynamisch belangrijk). De dekveren liggen ook in een
aerodynamische vorm zoals dakpannen om vlot de luchtweerstand te
overwinnen. Bij een duif in vorm liggen alle pluimen “gestreken” =
aerodynamisch.
Pluimen worden eenmaal per jaar in het ruiproces vervangen. Omdat
het zuiver eiwit is en omdat het ruiproces zich op korte tijd
voltrekt, vraagt dit proces veel energie en veel stress. Een goede
uitgebalanceerde en voldoende voeding is dus erg belangrijk voor de
pluimverzorging. De voeding moet goed, voldoende, eiwitrijk en
aminozuurrijk zijn, vooral in de ruiperiode. Grit is daarbij duidelijk
cruciaal: als molenstenen malen de steentjes het voer in de spiermaag
en zorgen zo voor een continue aanvoer van aminozuren en eiwitten: de
baardjes van de donsveren kunnen dus continu afbreken en zorgen zo
voor de zachtheid. Op die manier maakt grit een duif zacht.
Een jaar is lang. De pluimen zijn ook onderhevig aan veel sleet. En
goede duiven kunnen en moeten het hele jaar door veel vliegen en lange
afstanden afleggen. Naast de erfelijk bedongen vederkwaliteit moeten
de pluimen dus ook goed beschermd worden tegen sleet en vocht,…
Behalve het vederpoeder dient daarvoor ook de stuitklier ter hoogte
van de staartwortel. Met de bek smeren de duiven een wasachtige
substantie uit de stuitklier over de pennen. Dit smeersel moet de
pluimen ook waterafstotend, stevig en slijtvast houden. En ook dit
smeersel is kwalitatief erfelijk. Met de bek smeren de duiven zich
niet alleen in, maar ritsen ze ook de losgekomen haakjes terug vast.
Het nut van een bad voor de vederkwaliteit is eigenlijk omstreden.
Parasieten
De lange luis en de stuitluis zijn niet direct ziekteverwekkend. Ze
zijn wel een indicatie voor de hygiënische toestand waar de duiven
zich in bevinden. Deze luizen voeden zich onder andere met
vederpoeder, dus onderdrukken ze de zachtheid. De vedermijten zijn nog
meer verantwoordelijk voor het verminderen van vederpoeder en dus ook
van de kwaliteit en de zachtheid van de pluimen.
Vederafwijkingen zullen de parasieten niet veroorzaken. Dat gebeurt
meer door een foute rui zoals bij bloedpennen, strepen door ontbering
(ziekte, zware inspanning, gebrek aan voeder, fout voeder), gestoorde
groei door bijvoorbeeld cortisonen, paramyxovirus en gebrek aan
aminozuren en eiwitten.
Alle details moeten in orde zijn in de duivensport. Goede duiven
hebben bijna altijd een glad gestreken pluimenkleed en zijn zacht in
de hand. Uit een zachte duif kan je een harde kweken. Uit een harde
duif kan je geen zachte kweken. En heb aandacht voor de steentjes !
Dr. Constant Gijsbrechts
vraag kan men stellen op oomentijn@hotmail.com
Oudere vragen klik hier....
|